God zoekt de mens

A.J. Heschel


Nederlands | 19-08-2011 | 479 pagina's

9789080730052

Paperback / softback


  Bekijk inkijkexemplaar

€ 27,50

 Van Dinter boeken
   Dit boek wordt geprint. Mogelijk langer levertijd




Tekst achterflap

"Voor filosofen is de idee van het goede de hoogste en meest verheven gedachtegang.
Voor het jodendom is de idee van het goede het op één na hoogste.
Het goede kan niet bestaan zonder het heilige."

"Religie begint met gevoel voor het onzegbare; filosofie eindigt met het gevoel voor het onzegbare.
Religie begint waar filosofie eindigt."

Abraham Joshua Heschel is een van de belangrijkste joodse denkers van de 20ste eeuw. 'Een militante mysticus' zoals Time hem eens beschreef. God zoekt de mens is het kernboek van Heschels oeuvre.
De godsdienst, zegt Heschel, raakte niet in verval omdat hij weerlegd werd, maar omdat hij saai, benauwend, zouteloos werd. Wanneer geloof vervangen wordt door leer, aanbidding door regels, liefde door gewoonte, wanneer geloof alleen spreekt namens het gezag en niet met de stem van het mededogen, dan wordt zijn boodschap zinloos.
Godsdienst is een antwoord op de diepste vragen van de mens. In 'God zoekt de mens' verricht Heschel een speurtocht naar vergeten vragen, filosofie als de kunst van het stellen van de juiste vragen.
In zijn filosofie van het jodendom komen de essentiële vragen aan de orde en de antwoorden die het jodendom daarop te geven heeft.

Fenomenologische klassieken bij Uitgeverij Abraxas, Amsterdam
4e geheel herziene druk, 2011

Slogan/Promotie

O mijn God, hoe is het toch mogelijk, dat u in deze arme oude wereld zo groot bent en dat toch niemand u vindt, dat u zo luid roept en niemand u hoort, dat u zo dichtbij bent en niemand u voelt, en dat u uzelf geeft aan iedereen en niemand uw naam kent? De mensen ontvluchten u en zeggen dat ze u niet kunnen vinden. Ze keren u de rug toe en zeggen dat ze u niet zien, ze stoppen hun oren dicht en zeggen dat ze u niet horen. Hans Denck (ca. 1495-1527)

Biografie

Gevormd door zijn chassidische opvoeding stapt Abraham Heschel de Duitse academische wereld in. Het contrast is groot tussen het joodse leven van zijn jeugd en de culturele en intellectuele wereld waarin Bijbel en jodendom amper een rol spelen. Juist in die seculiere wereld houdt hij vast aan zijn bezieling en gaat hij zijn eigen weg. Hij wil aantonen dat God de primaire realiteit is waaruit al het andere voortkomt en geen postulaat is van de praktische rede. God is geen symbool maar de Levende, en godskennis is zeker wel mogelijk. Want God spreekt en openbaart zich, en die openbaring bemiddelt een manier van denken waarin gerechtigheid centraal staat. Dat is wat Heschel in de academische wereld naar voren wil brengen en daarvoor is het gangbare neo-kantiaanse denken niet geschikt. Heschel vindt een geschikte methode in de fenomenologie van Husserl. Deze op het bewustzijn gerichte denkmethode is namelijk – in tegenstelling tot het kantiaanse denken – in staat om voorbij de eigen categorieën bij de werkelijkheid te komen. Het bewustzijn wordt gezien als intentioneel. Het is altijd gericht op iets, het is altijd bewustzijn van iets. Dat iets, dat fenomeen staat centraal. Het gaat er niet om dat als het ware te grijpen en onder te brengen in aan het fenomeen vreemde categorieën. Het gaat om dat fenomeen zelf, in zijn eigenheid. Het denken neemt de objecten niet in bezit om daar vervolgens allerlei denkexercities op uit te voeren. Dat levert geen kennis op van de zaak zelf. Kennis komt alleen tot stand door bewustzijn van de zaak zelf. Hier wordt het woord verstehen voor gebruikt. Het gaat hier om twee aspecten: ten eerste de intentionaliteit van het bewustzijn en ten tweede het denken of kennen als onmiddellijk bewustzijn, als ‘verstehen’, verstaan, concreet aan tijd en de relatie tussen God en mens verbonden. Op fenomenologische wijze onderzoekt Heschel het profetische bewustzijn. Wat ervoeren de profeten? Wat gebeurt er met de profeten? De aanspraak is in elk geval dat hun inspiratie van God komt. Zij hebben dus een bewustzijn van God en, omdat het bewustzijn intentioneel is, is daar werkelijk contact met God. Wanneer we ons richten op het bewustzijn van de profeet op dat moment, krijgen we zicht op God. Zo is de fenomenologie bruikbaar door de intentionaliteit: deze waarborgt de realiteit van het openbaringsgebeuren. Voor Heschel gaat openbaring over de relatie tussen God en de wereld en niet over het wezen van God zelf. Er wordt geen abstracte kennis of eeuwige waarheid overgebracht. We leren van de profeet alleen Gods wil en zijn houding tegenover de wereld zoals die zich dan manifesteert. Deze opvatting van kennis als concreet en relationeel maakt de fenomenologische methode bruikbaar en aantrekkelijk voor Heschel. Ze past bij de levende en concrete theologische inhoud. Bij Heschel gaat het dus niet om God zelf want zijn wezen is onkenbaar. Vragen naar Gods wezen is een Griekse manier van denken. Daar kan die vraag alleen door abstracte speculatie worden beantwoord. Dan is echter God niet meer de Levende, maar is hij als object ondergebracht in ons denksysteem, ondergeschikt aan onze metafysische aannames. Deze manier van denken over God vormt Heschels front. Want God is geen object van abstract en speculatief denken. God is altijd Subject. Heschel vraagt ook niet hoe God is, maar wat hij doet. De filosofische coherentie en consistentie van Heschels werk ligt in de fenomenologie dat de achtergrond van al zijn (diepte-) theologische en filosofische werk vormt. BRONNEN: Coen Constandse: De terugkeer tot de hartstocht voor God in De terugkeer van de mens, Sliedrecht 2004; Lawrence Perlman: Heschel’s Idea of Revelation, Atlanta 1989.

Inhoudsopgave

Rudolf Otto, Heilig, heilig, heilig Deel I GOD Hoofdstuk 1 Het zelfbewustzijn van het jodendom Het terugvinden van de vragen Filosofie en theologie Situationeel denken Grondig zelfbewustzijn Dieptetheologie De zelfkennis van de godsdienst Kritische herwaardering Intellectuele eerlijkheid Filosofie als godsdienst Filosofie als uitzicht Elliptisch denken De godsdienstfilosofie Een manier van denken Metafysica en metageschiedenis Een uitdaging voor de filosofie De aanbidding van het verstand Ideeën en gebeurtenissen De filosofie van het jodendom Hoofdstuk 2 Wegen naar zijn aanwezigheid De Bijbel is afwezig Herinnering en inzicht De zoektocht van de mens naar God ‘Zoek mijn aangezicht’ Drie wegen Hoofdstuk 3 Het verhevene Het grootse uitgangspunt Macht, schoonheid, grandeur Het wantrouwen van het geloof Over het verhevene in de Bijbel Het mooie en het verhevene Het verhevene is niet het basisprincipe Afschuw en verrukking Hoofdstuk 4 Verwondering Een erfdeel van verwondering Een kleine schroef Twee soorten verwondering ‘Sta stil en denk na’ ‘Voor Jouw voortdurende wonderen’ Hij alleen weet Hoofdstuk 5 Het gevoel voor het mysterie ‘Ver weg en diep’ In ontzag en verbazing ‘De wijsheid – waar moet je haar zoeken?’ Twee soorten onwetendheid Wij voorvoelen en kunnen niet bevatten ‘Verborgen zijn de dingen die we zien’ Hoofdstuk 6 Het mysterie is niet opgelost God vertoeft ‘in donkere wolken’ Een brood De onuitsprekelijke naam Het mysterie is niet God Voorbij het mysterie ligt de genade Drie houdingen God is niet eeuwig stil Hoofdstuk 7 Ontzag ‘Als de grote afgrond’ Het begin van wijsheid is ontzag De betekenis van ontzag Ontzag en vrees Ontzag gaat vooraf aan geloof Terugkeer tot de eerbied Hoofdstuk 8 Hemelse glorie Het majesteitelijke is het onuitsprekelijke De glorie is geen ding De hemelse glorie is de nabijheid van God De levende aanwezigheid De kennis van het majestueuze Geen oog hebben voor het wonder Hardheid van hart Hoofdstuk 9 De wereld De aanbidding van de natuur De ontgoocheling De ontheiliging van de natuur Het gegevene is niet het uiteindelijke De onzelfstandigheid van de natuur Het bedrog van de afzondering De natuur aanbidt God Een ding door God De vraag van de verbazing Hoofdstuk 10 Een aan ons gerichte vraag Bovennatuurlijke eenzaamheid Geen wetenschappelijk probleem Voorbij definities Het principe van de onverenigbaarheid De dimensie van het onuitsprekelijke Het besef van transcendente betekenis Het gevoel van verwondering is ontoereikend Het argument van ontwerp ofwel het teleologische bewijs Religie begint met verwondering en mysterie Een aan ons gerichte vraag ‘Een paleis vol van licht’ Wat te doen met verwondering Hoofdstuk 11 Een ontologische vooronderstelling Momenten van inzicht De ontmoeting met het onbekende Voorconceptueel denken Religie is de weerklank op het mysterie Boven onze wijsheid uitrijzen Ultieme betrokkenheid is een vorm van verering Wij prijzen voordat wij bewijzen Een ontologische vooronderstelling De ongelijkheid van ervaring en uitdrukking Hoofdstuk 12 Over de betekenis van God Het minimum aan betekenis Twee gevolgtrekkingen Gods aandeel in menselijk inzicht De rol van de tijd De religieuze situatie Momenten Een vermomd antwoord Hoofdstuk 13 God zoekt de mens ‘Waar ben je?’ Geloof is een gebeurtenis Een flits in de duisternis Terugkeer tot God is een antwoord aan hem Een spirituele gebeurtenis Hoofdstuk 14 Inzicht Hoor, o Israël – Shemá Yisra’el Het initiatief van de mens ‘Het oog van het hart’ ‘Deuren voor de ziel’ Hoofdstuk 15 Geloof ‘Kun jij Gods wijsheid ten diepste doorgronden?’ Geen geloof op het eerste gezicht Geloof is verbondenheid Het onbehagen van het geloof Geloof omvat trouw Hoofdstuk 16 Het begripsvermogen te boven Binnen het bereik van het geweten God is het onderwerp Bijwoorden Eenheid is de maatstaf Van inzicht tot actie Alleen inzichten en niets anders?’ DEEL II OPENBARING Hoofdstuk 17 Het denkbeeld van openbaring De mens met de Thora Waarom dit vraagstuk bestuderen? Wij vergaten de vraag Het dogma van de onafhankelijkheid van de mens De gedachte van menselijke onwaardigheid De afstand tussen God en mens Het dogma van Gods totale zwijgen De persoonlijke overeenkomst Hoofdstuk 18 Het profetische understatement De idee, de aanspraak en het resultaat Wat is profetische inspiratie? Woorden hebben vele betekenissen Het profetische understatement De taal van grootsheid en mysterie Beschrijvende en richtinggevende woorden Responsieve uitleg Hoofdstuk 19 Het mysterie van de openbaring Openbaring en de ervaring van openbaring Het mysterie van de openbaring De negatieve theologie van de openbaring Beeldend beschrijven leidt tot een vertekening Het elimineren van de mensvormige God Zoals geen andere gebeurtenis Hoofdstuk 20 De paradox van Sinaï De paradox van de profetie In diepe duisternis Voorbij het mysterie De twee aspecten Was Sinaï een illusie? Een wijze van denken Een extase van God Hoofdstuk 21 Een religie van tijd Het denken en de tijd De God van Abraham De categorie van het ongeëvenaarde De uitverkoren dag Het unieke van de geschiedenis Ontsnapping naar het tijdloze Zaden van de eeuwigheid Ongevoelig voor wanhoop Evolutie en openbaring Hoofdstuk 22 Proces en gebeurtenis Proces en gebeurtenis Het verleden in de huidige tijd zien Hoofdstuk 23 Israëls verplichting Toewijding aan gebeurtenissen Het herinneren van een verplichting Trouw aan een moment Een erewoord Leven zonder verplichting Openbaring is een begin Hoofdstuk 24 Een onderzoek naar de profeten Wat voor bewijs? De onjuiste mening Is openbaring verklaarbaar? Zijn de profeten betrouwbaar? Een gevolg van krankzinnigheid Zelfbedrog Een pedagogische uitvinding Verwarring De tijdgeest Het onderbewuste Er zijn geen bewijzen Hoofdstuk 25 De Bijbel en de wereld Is de Bijbel een illusie? Is God overal aanwezig? De plaats van de Bijbel in de wereld Wat de Bijbel deed Geen woorden die meer betekenen Het unieke van de Bijbel Hoe de Bijbel te verklaren? De almacht van de Bijbel Kostbaar voor God Heiligheid in woorden Israël als bewijs Hoe de zekerheid van Israël te delen Niet op grond van bewijzen Hoofdstuk 26 Geloof, samen met de profeten Geloof met de profeten Oorsprong en aanwezigheid De grens van de geest Niet zomaar een boek ‘Verwerp mij niet’ Hoofdstuk 27 Het beginsel van de openbaring Openbaring is geen chronologisch kwestie De tekst zoals die is Openbaring is geen alleenspraak De stem begrijpelijk voor iedereen Wijsheid, profetie en God De niet-geopenbaarde Thora De Thora is in ballingschap Denkbeeld en uitdrukking Alledaagse passages Weerzinwekkende passages De Bijbel is geen utopie Voortdurend begrijpen De mondelinge Thora is nooit opgeschreven DEEL III WEERKLANK Hoofdstuk 28 Een wetenschap van daden De hoogste berusting De dadensprong De daad is het waagstuk Onze uiteindelijke belemmering Een meta-ethische benadering Het partnerschap van God en mens Wegen, geen wetten De goddelijkheid van daden Te doen wat hij is Gelijkenis in daden ‘De goede motivatie’ Bedoelingen hebben de mens nodig Een wetenschap van daden Hoofdstuk 29 Meer dan een innerlijke betekenis Door geloof alleen? De vergissing van het formalisme Geen tweedeling Spiritualiteit is het doel, niet de weg Zelfstandigheid en afhankelijkheid De wet Van een geestelijke orde Een theologische overdrijving Hoofdstuk 30 De kunst van het zijn Alleen daden en niets anders? Een roep om creativiteit God vraagt het hart Waarom kavanah, oriëntatie op God? Doen om te zijn De inwoning van God in daden Aanwezig zijn Hoofdstuk 31 Kavanah Oplettendheid Waardering Integratie Meer dan kavanah Hoofdstuk 32 Een godsdienstig gedragspatroon Een godsdienstig gedragspatroon Spinoza en Mendelssohn Jodendom en wetsverering Het fundamentele belang van aggada, de verhalende traditie Thora is meer dan wet Voorbij halacha, de voorschriften Pan-halachisme Een godsdienst zonder vertrouwen Dogma’s zijn niet voldoende De vier ellen Hoofdstuk 33 Het probleem van de polariteit Halacha en aggada Hoeveelheid en kwaliteit Halacha zonder aggada Aggada zonder halacha De polariteit van het jodendom De spanning tussen halacha en aggada Routine en spontaniteit De waarde van gewoonte Daden onderwijzen Hoofdstuk 34 De betekenis van ‘observance’, het naleven van de wet Oorsprong en aanwezigheid De betekenis van religieuze voorschriften Eeuwigheid, geen nuttigheid Geestelijke betekenis Een antwoord aan het mysterie Avonturen van de ziel ‘Een lied elke dag’ Geheugensteuntjes Handelen als hereniging Verbondenheid met het heilige De vervoering van daden Hoofdstuk 35 Mitswa en zonde De betekenis van mitswa, het religieuze en ethische gebod ‘Want wij hebben gezondigd’ ‘De kwade neiging’, jeetser hara‘ ‘Het is maar één stap’ Hoofdstuk 36 Het probleem van het kwaad Een paleis in vlammen ‘In de macht van de boosdoeners’ De verwarring van goed en kwaad Verzoening voor het heilige Religie is geen luxe Het grootste verschil Hoe een bondgenoot te vinden De Thora is een tegengif Is het goede een parasiet? Het kwaad is niet het uiteindelijke probleem God en de mens hebben een gemeenschappelijke taak Het vermogen om te volbrengen Behoefte aan verlossing Hoofdstuk 37 Het probleem van het neutrale Het isoleren van de ethiek Hoe met het neutrale om te gaan Alle vreugdes komen van God Hoofdstuk 38 Het probleem van de integriteit Gevestigde belangen Vreemde gedachten De vlucht in wantrouwen De beproeving van Job ‘Een kroon om over op te scheppen’ Vermomd veelgodendom Het falen van het hart Hoofdstuk 39 Het zelf en het niet-zelf Is verlangen de maat van alles?’ De omzetting van behoeften Bescheidenheid Zelfrespect Hoofdstuk 40 De daad verlost Besef van innerlijke onderwerping, anawah Momenten van zuiverheid Berouw God is vol compassie Resultaten zuiveren de motieven De daad verlost ‘Dien hem met vreugde’ ‘Wij verknoeien en hij herstelt’ Hoofdstuk 41 Vrijheid Het probleem van de vrijheid Vrijheid is een gebeurtenis Vrijheid en schepping Goddelijke zorgzaamheid, rachamiem Hoofdstuk 42 De geest van het jodendom De betekenis van geest De geest van het jodendom: sabbat De kunst om de beschaving te overtreffen Hoofdstuk 43 Het volk Israël De betekenis van het joodse bestaan Denken verenigbaar met onze bestemming Israël – een geestelijke orde De waardigheid van Israël Dankbetuiging van de schrijver Opmerkingen van de vertaler Literatuur Noten bij God zoekt de mens DE NADAGEN VAN MAIMONIDES Nawoord van de vertaler Noten bij De nadagen van Maimonides Heschels fenomenologische methode Personenregister

Details

EAN :9789080730052
Auteur: 
Uitgever :Vrije Uitgevers, De
Vertaler : D. Mok
Publicatie datum :  19-08-2011
Uitvoering :Paperback / softback
Taal/Talen : Nederlands
Hoogte :225 mm
Breedte :145 mm
Dikte :29 mm
Gewicht :723 gr
Status :Dit boek wordt geprint. Mogelijk langer levertijd
Aantal pagina's :479
Reeks :  Fenomenologische bibliotheek