Tekst achterflap

Naast Nederlandsche Vliegtuigenfrabriek ('Fokker') en Koolhoven zijn er voor de Tweede Wereldoorlog meer vliegtuigenfabrieken en ontwerpers actief in Nederland. Een van de minder bekende ontwerpers is Theo Slot (1895-1949), die vliegtuigen ontwerpt voor H. Pander & Zonen en N.V. Koninklijke Maatschappij De Schelde. Met zijn ontwerpen drukt hij een duidelijke en eigen stempel op de ontwikkeling van de vliegtuigbouw in Nederland. Hij introduceert meerdere innovaties die later door andere Nederlandse vliegtuigbouwers worden overgenomen. Slot mag met recht de vernieuwer van de vooroorlogse Nederlandse luchtvaartindustrie worden genoemd. Daarnaast staat hij aan de wieg van de sportvliegerij in ons land. Slot is vooral bekend geworden door de Pander S.4 Postjager of, preciezer, door de pech die dit vliegtuig heeft achtervolgd. Dit doet geen recht aan zijn bijdragen aan de vooroorlogse Nederlandse vliegtuigsector. H. Pander & Zonen en N.V. Koninklijke Maatschappij De Schelde geven hem en zijn team de ruimte om noviteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Zo ontwerpt Slot met de Pander E het eerste Nederlandse lesvliegtuig. Veel sportvliegers behalen voor de Tweede Wereldoorlog hun vliegbrevet op dit vliegtuig. De Schelde S.21 is zijn laatste gebouwde ontwerp waarvan de bouw bijna is afgerond op het moment van de Duitse inval op 10 mei 1940. Het is een futuristisch ogend gevechtsvliegtuig met een w-vormige vleugel, een cabine die bijna geheel bestaat uit glas, een duwpropellor en een dubbele staart. Met dit boek krijgen Theo Slot, H. Pander & Zonen en N.V. Koninklijke Maatschappij De Schelde het eerbetoon dat ze verdienen voor hun bijdrage aan de Nederlandse luchtvaart voor de Tweede Wereldoorlog.

Biografie

Peter Knippels (1966) is vanaf zijn vroege jeugd geïnteresseerd in de luchtvaart. Hierbij met name geïnspireerd door de uitgaven van de Nederlandse Luchtvaartencyclopedie van Hugo Hooftman. Peter verzamelde toen al alle beschikbare informatie over Nederlandse vliegtuigbouwers. De belangstelling was breder dan het verzamelen, hij was ook actief met het bouwen van modelzweefvliegtuigen. Een hobby die hij deelde met zijn vader Henk en zijn broer Hans. Door studie en het stichten van een gezin heeft de interesse een tijdje op een laag pitje gestaan. Na het oprichten van de Stichting Nederlandse LuchtvaartGeschiedenis heeft Peter, veelal samen met Martin Sloos, onderzoek gedaan op verschillende vlakken van de Nederlandse luchtvaarthistorie voor de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast heeft hij actief meegewerkt aan de realisatie van de boeken Fokker D.23 van Willem Vredeling en Waalhaven - Bevlogen verhalen van Frits Gerdessen en Karel Mallan. Peter was bij dit laatste boek verantwoordelijk voor de samenstelling en de redactie. Na het verschijnen van het boek over Waalhaven is Peter gestart met onderzoek naar de ontwerpen van Theo Slot, een onderwerp wat hem al fascineerde vanaf zijn jeugd. Dit boek is het resultaat van 10 jaar archievenonderzoek, speurwerk naar foto’s, artikelen en andere publicaties.

Inhoudsopgave

Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1 - 1895-1914: De jonge jaren van Theo Slot Hoofdstuk 2 - 1914-1924: De eerste stappen van de Nederlandse luchtvaart Hoofdstuk 3 - 1924-1934: H. Pander & Zonen en Slot aan de wieg van de Nederlandse sportvliegerij Hoofdstuk 4 - 1929-1936: De crisisjaren Hoofdstuk 5 - 1934-1940: N.V. Koninklijke Maatschappij De Schelde – Slot blijft vernieuwen Hoofdstuk 6 - 1940-1948: Theo Slot in de oorlogsjaren en terugkeer in de luchtvaartindustrie Hoofdstuk 7 - 2015-heden: De geschiedenis gaat door Summery Index Geraadpleegde bronnen Over de auteur

Details